Gasten en familie

We zijn een Brabants hospice. Dat lees je af aan de gastvrijheid en gemoedelijkheid. Familie is meer dan welkom. Samen met onze vrijwilligers bieden we zorg die recht doet aan de betrokkenen.

De kamers

Alle vier gastenkamers zijn ruim en licht. U mag de kamer 'naar uw hand' zetten. De een omringt zich met talloze foto's en knuffels, de ander neemt de urn van een overleden geliefde, schemerlampen, of een vloerkleed van thuis mee.

Bezoek

Vaste bezoektijden heeft Parunashia niet. Wel beperken we – omwille van de rust in huis – bezoek tussen 22.00 en 08.00 uur. In overleg kunnen we een logeerbed op de gastenkamer plaatsen.

Aan tafel

Tegen een kleine vergoeding kan familie in overleg mee-eten.

Vrijheid

We hebben spelregels binnen Parunashia. Uiteraard, want we zijn een kleine gemeenschap van uiteenlopende mensen. Bovendien verandert de samenstelling regelmatig. Toch is er veel mogelijk. Dat willen we ook, want elke gast heeft recht op het afscheid dat bij hem/haar past. Uit de praktijk van Parunashia: het elftal dat – in tenue en met een krat bier – het laatste bezoek aan zijn jonge trainer bracht, de schilder die voor een gast een naderend achterkleinkind portretteerde, de gast die een pick-up met elpees op zijn kamer liet installeren en de gelukzalige jaren zestig herbeleefde, de Wensambulance die een afscheidsrit naar het IJsselmeer maakte, het valreepbezoek aan de carnavalsoptocht van Oeteldonk, de man die boerenkool met worst als 'laatste avondmaal' wilde en kreeg.

Quotes

Van Gasten en familie

"Ik herinner me een avond dat ik naar ons moeder in het hospice wilde. Ze was onrustig en benauwd. Maar wegens omstandigheden – m'n zoon moest halsoverkop naar de Spoedeisende Hulp – stond ik er pas om één uur ’s nachts op de stoep. Dat was geen enkel punt. Wat me altijd zal bijblijven, zijn de zorg, warmte en gastvrijheid."

Josine Stas

"Moeder wilde friet met kroket. Nou, dat kon. Een andere keer sloeg ze groentesoep af. Ze wilde tomatensoep. Geen probleem.” Zijn zus Esther: “Ook wilde ze regelmatig nog even naar haar huis. Maar zelden langer dan een uur. ‘Ik wil terug naar m’n stekkie’, zei ze dan. Dat was het hospice."

Kees Spitters

“Naast Guus kwam een extra bed te staan. Daar sliep ik. Als ik m’n hand uitstak, kon ik de zijne vastpakken. Dat was fijn.”

Ger Floris