Een zure haring of bitterkoekjespudding? Alles kan

1 juni 2022

In gesprek met Roswitha van Wersch, coördinator van de kookploeg

In Hospice Parunashia is een kookploeg van maar liefst vijftien vrijwilligers actief. Roswitha van Wersch is één van hen.

Roswitha in de keuken van Hospice Parunashia

Ontbijt, lunch, avondeten en tussendoortjes voor de gasten: ze worden elke dag in de keuken van het Hospice verzorgd. “Degene die kookt bepaalt het menu, rekening houdend met de wensen en de beperkingen van de gasten,” vertelt Roswitha. “De Hollandse pot slaat het meeste aan.” Uitgangspunten voor de koks is dat het eten lekker smaakt en er uitnodigend uitziet. “De presentatie is belangrijk, daar besteden we veel aandacht aan. Soms zijn er gasten die moeilijk kunnen slikken, dan maken we alles fijn en presenteren we elk onderdeeltje apart, zodat het er smakelijk uitziet.

Specialiteit
Elke kok heeft wel een specialiteit. “We vragen de gasten ook waar ze nu eens echt zin in hebben. Het antwoord kan variëren van een zure haring tot bitterkoekjespudding. Ook wordt er wel eens Chinees gehaald of een lekker frietje.” Verse kruiden en groenten komen uit de moestuin van het Hospice. Zelf maakt Roswitha graag vis klaar. De visboer in haar woonplaats Boxtel zet elke maand een portie gratis vis klaar om mee te nemen.
De zorgvrijwilligers en de kok stemmen samen af hoe laat er wordt gegeten. Zijn er gasten die uit bed kunnen worden gehaald om aan tafel te zitten? Wachten we nog even totdat het bezoek of de thuiszorg weg is? “Mensen die nog mobiel zijn, eten graag samen aan tafel in de gezellige woonkamer. Anderen krijgen het gebracht op hun kamer. Een van de zorgvrijwilligers kan dan eventueel de gast ook helpen. Partners of familieleden kunnen in principe mee-eten, dat kan van tevoren afgesproken worden.”
(tekst gaat verder onder de foto)

Koken op maat
Als coördinator van de kookploeg is Roswitha vraagbaak voor de andere koks. Verder houdt ze de voorraden in onder andere de vriezer bij. “Er liggen lijsten waarin de koks noteren wat ze eruit halen of erin doen. Die lijsten werk ik regelmatig bij en ik signaleer als bijvoorbeeld de soepvoorraad bijna op is en er nieuwe gemaakt moet worden. ” Uiteraard zijn de koks alert op  de voedselveiligheid, de zogeheten HACCP-richtlijnen. “In onze appgroep zet de kok dezelfde avond wat hij of zij gekookt heeft, zodat de anderen daar rekening mee kunnen houden; drie dagen achter elkaar kip is natuurlijk niet de bedoeling. In de app doe ik ook een oproep als nog een dienst in het rooster openstaat. Heel handig.” Een keer per half jaar komt de kookploeg bij elkaar voor overleg. “Dat zijn levendige bijeenkomsten,” glimlacht Roswitha. “We hebben het dan bijvoorbeeld over koken op maat, hoe doe je dat? De gasten in het Hospice eten in het algemeen kleine porties, je moet de hoeveelheden die je thuis klaarmaakt leren loslaten. Het kan ook gaan over wat je wel en niet kan invriezen. Vrijwilliger Hans van Grinsven is kok geweest in de ouderenzorg, hij kan ons hier heel goed mee helpen.”

Kleine dingen
Roswitha kent het principe van een bijna-thuis-huis van de periode die haar schoonmoeder daar doorbracht. “Ik dacht toen al: misschien is zo’n soort vrijwilligerswerk later wel iets voor mij. Het is totaal anders dan het werk dat ik altijd als projectmanager heb gedaan. Ik houd van koken en om zieke mensen nog plezier te laten beleven aan eten, dat is mijn uitdaging. De respons die je krijgt zit in de kleine dingen, een lachje of een bevestiging dat het gesmaakt heeft.”

Tekst & foto’s: Carla Jacobs