‘Het is net een groot gezin’

6 maart 2020

In gesprek met kookvrijwilliger Hans van Grinsven

Het was niet vanzelfsprekend dat Hans van Grinsven als vrijwilliger in een hospice zou gaan werken. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Na dertig jaar hoofd van de keuken te zijn geweest in verzorgingshuis Zuiderschans maakt hij nu deel uit van de kookploeg van Hospice Parunashia. “Ik geniet ervan als de mensen lekker eten.”

Hans van Grinsven in de keuken van het Hospice

De kookploeg van Parunashia is vanaf de start in december een groot succes. Vier van de zeven dagen verzorgen de kookvrijwilligers de avondmaaltijd, zodat de zorgvrijwilligers dáár geen omkijken naar hebben. “Zij vinden het zo fijn dat wij er zijn. Het kan soms heel druk zijn en dan hebben zij tijd voor de gasten en de familie. Als het minder druk is vragen ze of ze een handje kunnen helpen, groenten schoonmaken of aardappelen schillen bijvoorbeeld. Het onderlinge contact tussen de vrijwilligers is heel leuk.”

Toch leek in eerste instantie het vrijwilligerswerk niet voor Hans weggelegd. “Ik had alles verwacht maar niet dit. Ik heb namelijk enkele jaren geleden een hartstilstand gehad, daarom heb ik het eerst afgehouden. Ik heb het Hospice bezocht toen me gevraagd werd om menu’s te bedenken. Dat deed me toch wel wat. Toen de kookploeg startte en er roosters werden gemaakt ben ik er toch ingerold. Ik kook nu een keer in de twee weken de avondmaaltijd.”

Kibbeling met broccoli
De kookvrijwilligers verzorgen een verse maaltijd en treffen ook meteen de voorbereiding voor de dag erna. In de keuken staat een map met voorbeeldmenu’s, iedere kok kan daar gebruik van maken, of zelf wat bedenken. Hans: “Bij het boodschappen doen kijken we wat er in het seizoen is en wat mensen lekker vinden. Het is niet zoals in het ziekenhuis, dat je een menubestellijst invult. We vragen wel wat de gasten willen eten en we weten ook wat ze absoluut niet lekker vinden.”

We koken vooral wat de mensen willen
Voor zieke of terminale mensen kook je vaak anders, vertelt Hans: bouillon vooraf, een licht verteerbare hoofdmaaltijd en een lekker toetje na. “Maar we koken in het Hospice vooral wat de mensen willen, er wordt hier enorm genoten van het eten. Gisteren hadden we knolselderiesoep en boerenkool, morgen eten we kibbeling met broccoli en gebakken aardappelen. Laatst heb ik voor een gast kippendijtjes zonder been gebakken en voor een andere gast vis. Meneer had na de kippendijen nog wel trek en at nog een stukje vis! Daar geniet ik van, dat hij dat zo lekker vond.
Op eerste kerstdag maakte Hans in het Hospice zijn eigen thuismenu na: “Ik heb een extra hoeveelheid gekookt, boeuf bourguignon en bitterkoekjes bavarois.”
(tekst gaat verder onder de foto)

Complimentjes
Met de gasten heeft Hans niet veel contact. “Ik kom binnen voor het culinaire gedeelte. Ik kook, ruim het fornuis op en maak het nagerecht. De zorgvrijwilligers dienen het eten op. Niet elke gast eet aan tafel, sommigen krijgen plateservice op de kamer. Als de vrijwilligers de borden terugbrengen dan brengen zij de complimentjes over. Soms ga ik wel even contact maken als de mensen aan tafel zitten. De privacy van de gasten vind ik ook erg belangrijk.”

De keuken van het Hospice is volgens Hans goed uitgerust. “Alles is er, potten en pannen, echt alle wensen die wij hadden als kookploeg zijn vervuld, inclusief een grote diepvries. Daar zijn we zo blij mee. Er zit een grote voorraad in, met soepen, groenten en ijs natuurlijk.”
Hij ziet het Hospice als een goede organisatie met toekomst. “De inwoners van ons dorp worden immers steeds ouder. De partners en mantelzorgers kunnen vaak gezien hun leeftijd de zorg voor hun geliefde niet meer dragen, zowel fysiek als emotioneel. En het mooie is dat die zorg dan door vrijwilligers wordt overgenomen, met ondersteuning van de artsen en de thuiszorg èn in een heel fijne omgeving.”

Een warme jas
Voor hem voelt het werken bij het Hospice als een warme jas. “Ik voel me hier thuis. Vanaf de eerste keer dat ik hier binnen stapte voelt het ontspannen, huiselijk. En er wordt zeker ook gelachen, het is net een groot gezin. Je weet dat je mensen een groot plezier doet met een lekkere maaltijd, daar geniet ik zelf van. Het geeft me een heel voldaan gevoel.”

Tekst & foto’s: Carla Jacobs