‘In het Hospice zijn er altijd dingen te doen’

6 december 2019

In gesprek met vrijwilliger René van Wersch

“Als je toch op zo’n manier je laatste levensdagen mag doorbrengen.” De periode die zijn moeder in een Limburgs hospice verbleef, kan hij zich nog levendig herinneren. Dus toen René van Wersch de kans kreeg om als klusjesman zijn handen uit de mouwen te steken in Hospice Parunashia hoefde hij niet lang na te denken. “Hoe tegenstrijdig het misschien klinkt, ik zie dat de mensen hier graag zijn.”

René in de kluskamer van het Hospice

Het was toeval dat zijn vrouw Roswitha de oproep van Parunashia voor vrijwilligers zag. “We hebben altijd wel in ons achterhoofd gehad : als we niet meer werken, dan willen we ons wel als vrijwilliger inzetten in een hospice. In het hospice waar mijn moeder was kon alles. ‘Ik ben al in de hemel’, zei ze dan tegen ons. Ik zie haar nog zo daar in de keuken zitten, meehelpen met aardappelen schillen. Ieder mocht zeggen wat hij of zij wilde eten. Niks was teveel. Haar kamer keek uit op de tuin, en ik zag de vrijwilligers bezig met onderhoud. Toen dacht ik al: ‘dat is ook wel iets voor mij als ik met pensioen ben’.

Van het een kwam het ander
We hebben samen het kennismakingsgesprek gevoerd met de mensen van Parunashia. Roswitha koos ervoor om zorgvrijwilliger te worden, en ik gaf aan dat ik zou willen klussen. De eerste vraag om te komen helpen kwam tijdens de zomerperiode, een appje of ik wilde komen schilderen. Dat was heel leuk en gezellig. Ze kregen snel in de gaten dat ik wel handig ben en van het een kwam het ander! De gordijnrails en gordijnen moesten worden opgehangen, de zonwering verhangen en ik heb schoongemaakt, samen met de werklui die er al rondliepen en andere vrijwilligers. Zo net voor de opening was het flink aanpoten. Er moest geschilderd worden, de bedden en badkamerkasten moesten in elkaar gezet en de plinten in de keuken vastgezet. Ik heb ook nog een dag in de tuin meegeholpen.

Mooi in orde
Nu is het grote werk gedaan, maar in het Hospice zijn er net zoals in je eigen huis altijd dingen te doen. Het is mooi op orde gebracht en nu moet het mooi in orde blijven. Er hangt een briefje in het kantoor met klusjes die gedaan moeten worden, of ik krijg een mailtje. Als ik in het huis ben word ik ook altijd wel aan mijn jasje getrokken en ik zie natuurlijk zelf dingen die moeten gebeuren: de deurtjes van de keukenkastjes strakker stellen, een raampje dat niet goed sluit, de poort maken of licht maken in de berging. Eén keer ben ik ’s avonds gebeld omdat een gordijnrails in een van de gastenkamers los was gegaan. Die heb ik natuurlijk meteen de dag erna vastgezet. Voor de bewoners wil je dat het goed is.
(tekst gaat verder onder de foto)

Vrijwilligers-eigen
Het klussen doe ik soms alleen, soms met andere vrijwilligers. Samen is het leuker, gezelliger en je bent samen ook handiger natuurlijk. Alle namen onthoud ik niet, maar de gezichten wel. Dat is wel mooi, om zo meer vrijwilligers te leren kennen. Als er iets kapot is kijk ik eerst of ik het kan repareren, nieuw kopen kan altijd nog. Ik vind het leuk om creatieve oplossingen te bedenken. Dan kost het geen geld, alleen tijd en het ziet er ook goed uit. Zo heb ik laatst twee avonden op internet uitgezocht welke lijm ik moest gebruiken om anti-kras strips onder stoelen te lijmen. Ik maak me er niet gemakkelijk af nee, dat is vrijwilligers-eigen toch? En zelf ben ik ook wel een Pietje Precies. Als iets dan tóch is gelukt ben ik trots op mezelf, dat ik het voor elkaar heb gekregen. Het werk geeft me voldoening en ik krijg ook veel waardering. Het is fijn dat mensen blij zijn met het werk dat je doet, ook al zijn het kleinigheidjes. Zo heb ik laatst een scheerapparaat van een gast schoongemaakt, dat is dan toch meer een mannenklusje.

Andere gesprekken
Als de gasten of hun bezoek in de woonkamer zijn maak ik ook wel een praatje. Ik zie dat de mensen hier graag zijn, hoe tegenstrijdig dat misschien klinkt. Ondanks hun pijn of verdriet vinden ze het fijn om in deze prettige omgeving te zijn, met voortdurende zorg en aandacht. Dat komt echt door de vrijwilligers en omdat er geen strakke regels zijn, in principe kan alles in principe. Mede dankzij een professionele organisatie, die stevig is neergezet. Mijn vrouw Roswitha en ik hebben veertig jaar heel verschillend werk bij verschillende organisaties gedaan. En nu werken we beiden als vrijwilliger in het Hospice. Dat geeft andere gesprekken ’s avonds en dat vinden we allebei mooi. We weten nu veel meer van elkaar wat we doen en we hebben gemeenschappelijke collega’s. Samen gaan we graag op fietsvakantie en dat is goed te combineren met het vrijwilligerswerk. Thuis hebben we ook onze eigen dingen te doen, en zo rooien we het mooi samen.”

Tekst & foto’s: Carla Jacobs