‘We beseften goed dat dit de laatste keer was’

22 april 2020

In gesprek met schoondochter Annelies van Dalen

Haar schoonvader Ad verbleef twee maanden in Hospice Parunashia waar hij kon genieten van goed gezelschap, lekkere hapjes en het vogeltje dat speciaal voor hem op zijn raam tikte. Schoondochter Annelies van Dalen vertelt hoe deze intense periode voor haar is geweest. “Voor mij als mantelzorger waren de zorgen weg, ik ging altijd met een gerust gevoel naar huis.”

Annelies van Dalen op het terras van het Hospice

“Mijn schoonvader fietste vorig jaar nog elke dag naar de stad of hij kwam even bij ons koffie drinken. Samen met zijn vrouw, mijn schoonmoeder, woonde hij in een appartement in Rosmalen. Hij zorgde veel voor haar en dat ging hem nog redelijk goed af. Totdat hij steeds meer ging vallen en de dokter hem naar het ziekenhuis stuurde voor onderzoek. Daar kregen we het slechte nieuws te horen: er was geen behandeling meer mogelijk, en dat hij zijn negentigste verjaardag zou vieren kon de dokter niet beloven. De maatschappelijk werkster van het ziekenhuis opperde of het hospice een optie was. We konden zelfs diezelfde avond nog gaan kijken in Sint-Michielsgestel en dat hebben we gedaan. Het gevoel was onmiddellijk goed: ‘dat wordt gewoon helemaal leuk voor hem’. Toen we dat met hem bespraken stemde hij in. ‘Dan is het wel goed’, zei hij.

Nog één keer…
Hoe mijn schoonvader die periode in het Hospice heeft beleefd? Hij vond het geweldig! Pa was echt een gezelschapsmens en heeft die laatste maanden veel bezoek gehad. De achterkleinkinderen speelden vaak in de speelkamer. Tegen iedereen vertelde hij honderduit en hij wilde graag dat iedereen zag hoe mooi het Hospice was. Er was altijd iets lekkers bij de koffie en met het eigen gezin hebben we nog eens aan de grote tafel lekkere boerenkool met een gehaktbal gegeten. Dat was fijn om te doen.
Zijn kleindochter woont vlakbij het Hospice, om de hoek. Op een mooie zaterdag zijn we met de rolstoel naar haar huis gelopen om heerlijk gebak te eten. Dat was emotioneel, want we beseften goed dat dit de laatste keer was.
Pa had nog een laatste wens: met carnaval nog één keer de Prins zien. Eerst twijfelden we, moesten we dat wel doen in die drukte? Maar we gingen snel overstag en in een half uur was alles geregeld met de WensAmbulance Brabant. Op zondagmorgen lag zijn carnavalskleding klaar en hebben we pa geholpen met aankleden. In de stad ontmoette hij alle vrienden, kennissen en de muzikanten. Hij zag de Prins twee keer, de Raad van Elf stapte voor hem uit, hij kreeg een onderscheiding, nog één keer naar de Spiegeltent… het was net een film die voorbij ging, zo mooi.
(tekst gaat verder onder de foto)

Ad van Dalen met zijn vrouw Annie en kleindochter Tedske

Kan ik hier voor tekenen?
De begeleiding voor ons als familie was geweldig, ik kan er alleen maar vol lof over spreken. Dit hadden we thuis niet kunnen doen. Natuurlijk deed ik nog de was, maar ik was geen mantelzorger meer. De zorgen eromheen waren weg, ik ging altijd met een gerust gevoel naar huis. Pa kreeg lekkere hapjes, hij mocht zeggen wat hij wilde eten, dat was erg fijn. We hebben het als familie meerdere malen gezegd: ‘kan ik hier niet voor tekenen, om zo mijn laatste tijd door te brengen?’
Het contact met de vrijwilligers was goed. Ik weet zeker dat iedereen alle foto’s heeft gezien èn het fotoboek over zijn reis naar New York. Hij voelde zich nooit alleen en dat was voor hem zo geweldig. In het begin kon hij nog opstaan wanneer hij wilde en zijn krant lezen, dat vond hij heerlijk. Elke dag kwam er een vogeltje op zijn raam tikken. ‘Hij komt jou roepen pa,’ zeiden wij en dan stak hij zijn duim omhoog.

Ik mis mijn maatje
We waren erbij toen hij op de eerste lentedag zijn laatste adem uitblies. Een paar dagen daarvoor had hij gezegd er klaar voor te zijn en hebben we samen heel erg gehuild.
Bij de uitgeleide uit het Hospice hebben we voor over de brancard een mooie deken uitgezocht. Daaroverheen lagen zijn carnavalsjaal en zijn handschoenen. In de hal zijn gedichten voorgelezen, er brandden kaarsjes en buiten stonden nog mensen, op afstand.
Omdat we in maart te maken kregen met de maatregelen van het RIVM was de afscheidsdienst ook bijzonder. We hebben het gevierd met enkel de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen en dat terwijl hij zo’n groot netwerk had. Maar de mensen snapten het wel. Er waren fotopresentaties van de familie, van de vele reizen en natuurlijk van carnaval. Het uitzoeken van de muziek was een gedeelte van de rouwverwerking. Mijn dochter zong het lied dat ze eerder ook aan zijn bed had gezongen, wat hij nog bewust heeft meegemaakt.
Nu mis ik mijn maatje en onze gesprekken samen. Van hem heb ik geleerd om niet uit te stellen, maar te dóen. Op elke foto die je van hem ziet staat hij vrolijk en lachend, hij had altijd een smile op zijn gezicht. Hij was een geliefd en bijzonder persoon en hij heeft een mooi leven gehad. Wij gaan zijn negentigste verjaardag later dit jaar ècht vieren.”

Tekst & portretfoto: Carla Jacobs, foto familie: privébezit Annelies van Dalen